Engelse buldog


Engelse buldog 1.0

(dieren)

gewone buldog; middelgrote buldog met een zachtaardig karakter die als gezelschapsdier wordt gehouden
Wordt meestal simpelweg buldog genoemd, wat letterlijk 'stierhond' betekent.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Engelse buldog…

is een buldog; is een hond; is een dier

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft vaak ademhalingsproblemen en andere gezondheidsproblemen, o.a. als gevolg van de kleine schedel en korte platte snuit waarop het ras gefokt is

    Algemene voorbeelden


    Hun premier had de mentaliteit van een Engelse buldog getoond.

    NRC Handelsblad,

    De Boekenbeurs is sinds donderdag open en de Engelse buldog Roosje zorgde meteen voor een primeur. In 77 edities is ze de eerste hond die haar boeken 'met een pootje' komt signeren. Roosje is de hond van Heidi Swerts, die vijf jaar geleden het VTM-programma Superhond won. Na dat programma richtte Swerts een asiel voor Engelse buldogs op.

    De Standaard,

    Zij bewoont een rustig gelegen hoevetje, dichtbij een bos en met de Engelse bulldog kan men heerlijk wandelen.

    De Standaard,

    Combinatiemogelijkheden


    met ander, nevengeschikt substantief


    • Engelse buldogs en Franse buldogs

    'Bij Engelse en Franse buldogs is een extreem platte snuit erg in trek, alleen beginnen ze daardoor te snurken of zitten ze bij de minste inspanning zonder adem.' De Franse buldog kampt ook met 'een omgekeerde knie' omdat de gewrichten te kort zijn en de Engelse buldog bevalt te vaak via keizersnede omdat de kop te groot is en het bekken te smal.

    De Standaard,